MATTEO DI LEONARDO - ECHO WOODS

Artiest info
Website
facebook
label: September
 

Het was eventjes vrij stil rond de aangespoelde Italiaanse gitarist, zij het dat hij, na de Covid-ellende die voor veel muzikanten een ongewenste pauze betekende, weliswaar veel live aan het werk was, en les bleef geven, maar op een plaat, de eerste sinds 2018, was het onverwacht lang wachten. Nu die nieuwe plaat er is, kunnen we vernemen en horen waarom het allemaal zo lang duurde.

Om te beginnen, gingen de getrouwen uit de omgeving van Di Matteo, tijdens en sedert Covid allemaal hun eigen weg, zodat, toen het licht weer begon te dagen, Matteo een beetje wakker werd in een wereld die flink veranderd was. Hij had weliswaar nieuwe composities klaar, maar, waar het oorspronkelijke plan was die op te nemen in een klassieke triobezetting met drummer Umberto Odone en bassist Emmanuel Van Mieghem, wilde Matteo deze keer enkele klankkleuren integreren, die je niet zo snel binnen de jazz aantreft. OK, de saxen en de basklarinet van Toine Thys, daar kan je je nog iets bij voorstellen, maar in de tussentijd had hij ook meegewerkt aan een project rond pure improvisatie en daaruit had hij contacten overgehouden met bassoonspeler Marcello Giannandrea en Sheng-speler Shao-Huan Gung. Ook daaraan hield hij fijne herinneringen over en dus breidde hij, in aanloop naar de opnames van deze plaat, zijn spectrum uit tot die instrumenten en waren ze dus plots met zes en kon Matteo aan de slag aan zijn poging om zijn “klassieke” jazz samen te brengen met de impro van Marcello en de sheng-klanken van Shao-Huan. Dat leidt tot texturen en klankpaletten die, op zijn zachtst gezegd, een beetje ongebruikelijk zijn en die dus ook best wel wat moeite vragen van de luisteraar. Nochtans, als je erin slaagt de eerste paar draaibeurten ongeschonden door te komen, opent zich een bijzonder rijke klankenwereld.

De negen eigen composities van Matteo en de twee classics (“Quiet Now” van Denny Zeitlin en “Have You Met Miss Jones”, van Rodgers/Hart),geven Matteo de kans zijn nieuwe positie als kapiteit van het schip vorm te geven: hij bepaalt de koers en de snelheid waarmee gevaren wordt en het is zonder meer duidelijk dat hij de intrinsieke schoonheid van elk instrument en die van het samenspel in de kijker wilde zetten. Dat levert momenten van intense pracht op, maar net zo goed momenten van onzekerheid over wat je hoort. Dit blijft heel ver weg van veel dingen waar we aan gewend zijn en alk cliché wordt angstvallig gemeden. Gevolg: een weliswaar heel mooie, maar toch ook veeleisende plaat, waarbij het vooral de luisteraar is, die bepaalde drempels moet weten te nemen. Je hoeft maar de eerste paar nummers te beluisteren om te weten wat ik bedoel. De korte “Ouverture” is de aanzet tot een knappe tandem, ‘Joy” en “Gift” en vanaf dan pas krijg je voor jezelf de indruk “mee” te zijn. Het slotstuk” Farewell”, voorafgegaan door een korte prelude, is echter een simpelweg indrukwekkend stuk, dat het live heel goed gaat doen. Dat denk ik toch en ik hoop dat we dat met z’n allen kunnen beleven tijdens de aankomende festivalzomer.

Samengevat: een beetje een moeilijke plaat, die zich langzaam aan laat ontdekken door wie er de tijd en de moeite voor neemt, maar zodra je zover bent vind je dit, zoals ondergetekende, erg moedig en vooral mooi.

(Dani Heyvaert)